Praktische informatie
Je kan bloed laten prikken bij een artsenlaboratorium (SALT) in de buurt, het gezondheidscentrum in Saendelft of in het ziekenhuis (RKZ/ZMC). Via de linkjes kun je de openingstijden en locaties vinden. Voor het bloedprikken heb je een geldige legitimatie, verzekeringspasje en een (digitale) verwijzing van ons nodig.
Het eerste bloedonderzoek
Tijdens de eerste controle krijg je van ons (digitale) formulieren mee voor het standaard zwangeren bloedonderzoek. Meer informatie over het bloedonderzoek vind je op de website van het RIVM.
- Bloedgroep en Rhesus-factor c en D
- Irregulaire antistoffen
- Syfilis
- Hepatis B
- HIV
- IJzergehalte (Hb)
Indien nodig ook op:
- Antistoffen tegen rode hond
- Antistoffen tegen waterpokken
- Bloedsuiker (glucose)
Bepaling van uw ijzergehalte
Wanneer je rond de 30 weken zwanger bent, zullen wij je ijzergehalte (Hb) bepalen tijdens de controle op de praktijk. Dit gebeurt met behulp van een druppel bloed uit uw vinger. Deze test wordt op de praktijk bepaald, zodat je direct de uitslag kunt krijgen. Indien je ijzergehalte aan de lage kant is, zul je van ons adviezen krijgen ten aanzien van een ijzerrijk dieet. In een enkel geval is het ijzergehalte zo laag (bij bloedarmoede), dat we ijzer tabletten voorschrijven.
Rhesus D-negatief
In Nederland is ongeveer 15% van de inwoners Rhesus D-negatief. Dit komt neer op zo’n 30.000 zwangeren per jaar. Rhesus D-negatieve zwangeren lopen het risico op het aanmaken van Rhesus D-antistoffen als zij zwanger zijn van een Rhesus D-positief kind. Deze antistoffen leveren problemen op bij een volgende zwangerschap van een RhD-positief kind. De tijdige toediening van anti-RhD-immunoglobuline (anti-RhD-Ig) voorkomt in de meeste gevallen dat een Rhesus D-negatieve zwangere RhD-IEA vormt. Toediening gebeurt in week 30 van de zwangerschap en binnen 48 uur na de bevalling. Toediening van anti-RhD-Ig is alleen noodzakelijk indien de Rhesus D-negatieve vrouw zwanger is van een Rhesus D-positief kind.
Ongeveer 60% van de Rhesus D-negatieve zwangere is zwanger van een RhD-positief kind. Het is nu mogelijk om de Rhesus D-bloedgroep van het ongeboren kind te bepalen, de zogenaamde foetale RhD-typering. Erfelijk materiaal (DNA) van het ongeboren kind is namelijk aantoonbaar in het bloed van de moeder. De foetale RhD-typering vindt plaats in week 27 van de zwangerschap. Ook wordt nogmaals het RhD-antigeen van de zwangere bepaald en wordt de eventuele aanwezigheid van IEA onderzocht.
Alleen die vrouwen die zwanger blijken te zijn van een Rhesus D-positief kind krijgen antenataal in week 30 en postnataal anti-RhD-Ig toegediend.
Rhesus c-negatief
In de Nederlandse bevolking is 18% van de mensen Rhesus c-negatief. Dit betekent dat jaarlijks van de 200.000 zwangeren zo’n 36.000 zwangeren Rhesus c-negatief zijn. Vrouwen met bloedgroep Rhesus c-negatief die zwanger zijn van een Rhesus c-positief kind lopen een klein risico Rhc-IEA (anti-c) te maken.
Daarom worden alle Rhc-negatieve zwangeren in week 27 nogmaals getest op de aanwezigheid van Rhc-IEA en andere IEA.
Voor meer informatie kun je hier de brochure van het RIVM downloaden downloaden.